#1 16-03-2009 12:48:35

kaihard
Gebruikers
Van: Utrecht/ baan: Maarssen
Geregistreerd: 09-06-2008
Posts: 136
Website

autoslalom, autosport op lage instap?

zoals vele van jullie weten heb ik eigenlijk een auto achtergrond, dit geheel natuurlijk omdat mijn vader al jarenlang aan autoslalom doet.

ook weet ik dat vele van jullie graag autosport willen doen, maar het budget ervoor niet hebben.
dus daarom heb ik mijn vader gevraagd om een ''verhaaltje'' te maken.

hierbij!

er staan wat rare tekens in, maar mijn vader die maakt zijn werk nog steeds op de oudere prgramma's
hij is misschien verouderd;) (sorry pa), maar nog steeds BLOEDSNEL!!!

je kan mij contacteren hierover, OF scroll naar beneden en bel!
alle slaloms vallen buiten de ARKC,IKK & MKS weekenden


'Autoslalom' bestaat niet
Allereerst een bekentenis. Slalomrijden met auto's ís wel 'autoslalom', maar het heet in Nederland officieel 'behendigheidswedstrijden'. Die term zou je echter op het verkeerde been kunnen zetten. Behendigheid is namelijk overal en altijd nodig, tot in de Formule 1 toe. En curieuze kunst¬stukjes zoals 'achteruit-een-garage-inste¬ken' en een 'à-cheval-finish' komen bij auto¬sla¬loms al tien¬tallen jaren niet meer voor.
Autoslalom is gewoon een snelheidssport, maar dat hoeft nie¬mand kop¬schuw te maken. Al is er ¬nog nooit iemand echt gewond geraakt, dat biedt natuur¬lijk geen garan¬tie voor de toekomst. In elk geval is de kans op blessu¬res onein¬dig veel klei¬ner dan bijvoor¬beeld bij balsporten of wiel¬rennen. Auto¬slalom is dan wel een snel¬heids¬sport, maar dan wel een héél veili¬ge.

Autoslalom is echte autosport
Weet u hoe een skislalom in zijn werk gaat? Een autoslalom is net zoiets, maar dan met auto's in plaats van met ski's, en op 'plat' in plaats van op een helling. Bij autoslalom gaat het primair om snelheid, waar¬bij uiter¬aard het juiste parcours dient te worden gevolgd; niet voort niets wordt auoslalom ook wel 'post¬zegel¬ra¬cen' ge¬noemd. Om in ski-termen te blij¬ven: het snel¬heidsver¬schil tussen racen en slalommen is onge¬veer net zo groot als het snel¬heids¬ver¬schil tussen een ski-afda¬ling en een ski-slalom. Maar in beide gevallen gaat het er gewoon om dat de rapste deelnemer wint.


Autoslalom is keihard werken
Zeer globaal beschouwd is een slalomparcours ongeveer één kilome¬ter lang en kan in ongeveer één minuut worden afgelegd. De gemid¬delde snelheid bedraagt dus zo'n 60 kilome¬ter per uur. Niet veel, zegt u? Realiseert u zich dan, dat dit inclu¬sief de staande start is en dat de rijder vrijwel nergens aan rechtuitrijden toekomt. Rechtuitrijden is voor luie mensen en bovendien is dat geen kunst. Autoslalom is dat wel. Een goed uitgezet sla¬lompar¬cours is één en al bocht - en dan niet van dat saaie links-rechts-links-rechts-gedoe dat je zo vaak in auto¬tests ziet, maar met afwisselend snelle en langzame boch¬ten. Want autoslalom is vóór alles keihard werken.
Alle begin is moei¬lijk, en wie wil rennen moet eerst leren lopen. Dat geldt zeker voor een sport als dit. Autoslalom ziet er op een afstand rela¬tief gemak¬kelijk uit, maar dat valt in de praktijk behoor¬lijk tegen! Net als iedere andere sport is dit een echt spe¬ci¬alisme waarop alleen echte specialisten kunnen scoren. En speci¬a¬list word je niet zomaar.

De baan
Voor een autoslom is vlak asfalt nodig. Dat vindt u op Zandvoort, een kartciruit of een speedway-circuit, maar in princi¬pe ook op een afgesloten stuk openbare weg of zelfs een uit de kluiten ge¬wassen parkeer¬plaats. De baan wordt uitgezet met behulp van pilon¬nen zoals wegwerkers die ook gebruiken. Rode pilonnen moeten 'rechts' worden gehouden, witte pilonnen 'links'. Er is een offi¬cieel reglement, dat losjes wordt nage¬volgd. In de prak¬tijk is het namelijk veel logischer en ook aan¬trek¬kelij¬ker om gebruik te maken van natuur¬lijke obsta¬kels. Bij een cir¬cuit of een afge¬slo¬ten stuk open¬bare weg zijn dat de 'voor¬ge¬pro¬gram¬meerde' boch¬ten, bij grote parkeer¬plaat¬sen de lan¬taarnpa¬len en de stoep¬ran¬den waar¬mee je als sla¬lommer liever niet te maken krijgt. Wie onderweg een pilon raakt, krijgt voor die 'run' vijf seconden straftijd aan zijn broek (zoals bij een Grand Prix een stop-and-go-penal¬ty wordt gegeven voor het missen van een chica¬ne). De tijd¬waarne¬ming ver¬loopt elek¬tro¬nisch op éénhonderste seconde nauwkeurig, hetgeen vaak ook hard nodig is. De start vindt plaats door middel van een reeks dovende lichten (ook weer: net als bij een Grand Prix).
Alle op 'nati¬o¬naal' niveau verreden slaloms vinden plaats op het schitte¬rende Midland-speed¬way¬baan-annex-kartcir¬cuit Midland te Lelystad. Het aantal mogelijke parcoursen is er vrijwel onbegrensd. Door de vele natuur¬lijke boch¬ten zijn pilon¬nen amper nog nodig.

Level 1
Probeert u eerst om het uitgezette parcours foutloos af te leggen. Dat wil zeggen: de aangegeven route volgen en de pi¬lon¬nen laten staan. Wie zijn auto al te langzaam door de boch¬ten laat 'rollen', moet zich suf sturen om geen pilon¬nen te raken. Dát alleen al is voor vele beginners vol¬doende aanleiding om de hand¬doek in de ring te gooien. 'Dit geprie¬gel heeft toch niets met snelheid te maken,' zeggen zij. Dat klopt. Daarom gaan de doorzet¬ters door naar level 2.

Level 2
Bijna ongemerkt gaat het tijdens iedere 'run' een stukje sneller. Dan breekt het moment aan waarop de auto de aan de voor¬zijde zij¬de¬lings begint weg te schuiven. Dit verschijnsel zou iedere auto¬mobi¬list moeten meemaken. Op de openbare weg is dat meestal best eng, omdat het altijd onver¬wacht gebeurt en een onge¬luk zó gemaakt is. Hier laat u het expres gebeu¬ren - niks eng dus, eerder opwin¬dend. Iedere auto begint met 'onder¬stuur'; dat is het over de voorwielen heen rechtdoor schui¬ven van de voorkant van de auto. De argeloze en geschrokken automobilist hoeft dan niets anders te doen dan zijn stuur vasthou¬den; de auto komt name¬lijk vanzelf weer in het gareel. Een slalommer kan onder¬stuur echter missen als kies¬pijn. Het dwingt tot nóg scher¬per instu¬ren en dus nóg harder werken, terwijl al dat ge¬schuif alleen maar ten koste gaat van de snel¬heid. Ga daarom snel door naar le¬vel 3.

Level 3
Op een circuit zijn er géén voetgangers, fietsers of tegenliggers. Dus gaat u op een gegeven moment ook uw rech¬tervoet in het spel der krach¬ten laten deelnemen. Het is toch een wedstrijd? Schrik niet, wanneer ineens ook de ach¬ter¬kant van de auto 'weg¬stapt'. Wat u op de gewone weg altijd hebt probe¬ren te ver¬mij¬den, komt nu goed uit. Die enigszins wegglij¬dende achter¬kant heeft namelijk een meestu¬rend effec¬t, zodat u minder hard aan het stuurwiel hoeft te draaien om een bocht door te komen. De auto heeft zodoende een deel van het zware stuurwerk overgenomen.
Slalom¬men scherpt de re¬flexen! Zo verlegt u gelei¬de¬lijk uw gren¬zen zonder dat iemand enig gevaar loopt. Ter¬zijde: wie er in dit stadium nog geen ple¬zier in heeft kan beter stoppen. De overi¬gen gaan door naar level 4.

Level 4
Het is nu tijd voor andere en leuke¬re aspec¬ten van het autorij¬den, zoals het volgen van de 'idea¬le lijn'. In principe geldt voor iedere bocht 'buiten-binnen-buiten', maar bij een combinatie van bochten (en slalom is één grote combi¬natie van bochten) ligt dat een stuk ingewikkelder. Maar al lerende gaat u als van¬zelf steeds snel¬ler rond. Luister dan goed naar de motor, want bij grote haast is er écht geen tijd meer om naar de toeren¬teller te kij¬ken. Maar pas op! Het blijft auto¬sport, dus wie over¬moedig wordt krijgt de vroeg of laat rekening gepresen¬teerd. Door¬gaan naar level 5.


Level 5
Eindelijk heeft u 'op ervaring' een goede balans gevon¬den: onge¬veer midden tussen overstuur en onderstuur met (naar smaak) een lichte neiging naar overstuur of onderstuur. Wie de zaak over¬drijft door de auto van achteren teveel te laten uitbre¬ken, moet teveel te¬gen¬sturen en ver¬liest dus een hoop tijd. Zowel op de gewone weg als in de autosport geldt het principe, dat een auto zo strak en zo 'rustig' mogelijk (dus zonder overdreven lastwisse¬lingen tussen voor- en achteras en/of linker- en rechterwiel) moet worden gere¬den. De één doet er één wedstrijd over om dit niveau te berei¬ken, een ander mis¬schien een heel seizoen. Maar dan bent u ook hele¬maal klaar om 'voor een tijd te gaan'.

Over auto's
Welke auto is voor een beginnend slalommer geschikt? Alles tussen een 'Ameri¬kaan' en een lelij¬ke eend voldoet, maar het best is een kleine middenklas¬ser met een beetje pittige benzinemotor van 1300-2000 cc. Verder is alleen nog maar een geldig rijbe¬wijs en een goede helm nodig om te kunnen rijden.
Iedere wedstrijdauto wordt vooraf onderworpen aan een technische keuring (ook op ge¬luid) en wordt vervolgens voorzien van een startnummer. De sfeer bij een autoslalom is ouderwets ontspannen, heel anders dan in de 'profes¬sionele' autosport. De belangen zijn dan ook niet zo groot. Grote sponsors zijn er niet en offi¬ciële protes¬ten komen in de prak¬tijk dan ook niet voor.
Wie niet wil, hoeft aan zijn auto maar weinig te prepare¬ren.
- Verhoog de bandenspanning rondom met 0,5 bar.
- Verwijder alle los in het interieur en de kofferbak
  rondslin¬ge¬ren¬de zaken.
- Plak de accupo¬len met tape af.
- Zorg voor voldoende olie in de motor (tus¬sen 'halverwege' en
  'drie¬kwart' is goed).
- Zorg voor voldoende benzi¬ne in de tank (mini¬maal 15 liter).

Over afdelingen en klassen
Aan een autoslalom doen zo'n 40-60 deelnemers mee. Deze mogen in princi¬pe met ieder soort auto aan de start komen. Daarbij probeert de organi¬satie om zoveel mogelijk gelijkwaardige auto's 'direct' tegen elkaar te laten rijden. Zo zijn er drie afdelingen:
Afdeling 1 (klasse 1-2-3) staat open voor toerwagens en vierpersoons-GT's in showroom-condi¬tie. Deze moeten op norma¬le straatbanden staan. Leegge¬haalde inte¬rieurs en over¬maatse wielen zijn verbo¬den.
Afdeling 2 (klasse 4-5-6) is bedoeld voor verbeterde afdeling-1-auto's. Dit begint al, zoals hierboven al aangegeven, bij het verbreden van de wielen en het kaal¬pluk¬ken van het inte¬rieur. Andere motoren en zo zijn hier niet toegestaan. Maar wie met zijn straatau¬to op slicks wil rijden (een geweldige er¬varing voor wie dat nooit heeft gevoeld), komt in deze afde¬ling terecht.
Afdeling 3 (klasse 7-8-9) is bedoeld voor 'toerwagen-specials': daaronder valt elke auto, die zijn leven ooit is begonnen als productie-auto maar inmiddels zo ver is gewijzigd dat hij zelfs niet meer in afdeling 2 terecht kan.
En dan zijn er, als slagroom op een toetje, nog klasse X-1, X-2 en X-3 voor alles wat niet in voorgaande afdelingen kan worden ondergebracht: heuse formulewagens en eigenbouw-auto's. De allersnelste tijden van de dag worden in de regel met dit soort 'specials' gereden.

Over geld
Een beginnend niet-lid betaalt 13 euro voor een dagli¬cen¬tie inclusief de verplichte WA-verzekering (want uw eigen ver¬zeke¬ring trapt hier natuur¬lijk niet in) plus ook nog drie starts. Iedere volgende start kost 3 euro. Normaal¬gesproken bent u na tien tot twaalf starts redelijk uitge¬teld, dus een autoslalom kost je net zo veel als een avond¬je stap¬pen (vooral bij de huidige bierprijs ...).
De geldstroom binnen deze sport is dus minimaal te noemen. Dat komt vooral door¬dat de sport tamelijk onbekend is en sponsors de weg naar au¬tosla¬lom niet weten te vinden. En dat mag naar mijn per¬soon¬lijke me¬ning wel zo blijven. Dat houdt de sport namelijk betaalbaar voor gewone mensen, die naast hun drukke baan en ge¬zinsver¬plich¬tingen ook nog preten¬tie¬loos aan autosport willen doen. Een niet al te overmoedige beginner kan heel goed met zijn dage¬lijks ver¬voermiddel zijn eerste slalomseizoen afwerken.
Kortom: de instap¬drempel is absurd laag. Bij zowel bij de rijders als het rijdend mate¬riaal is sprake van weinig doorstroming, omdat de prijs/kwali¬teitver¬hou¬ding zo enorm gunstig is. Een auto die in de racerij na twee jaar 'outda¬ted' is geraakt, is in de auto¬slalom nagenoeg onbe¬perkt houd¬baar. Voor wie geen brok¬ken maakt en een beetje technisch gevoel heeft, is eigen¬lijk maar één steeds terug¬ke¬rende kosten¬post van belang. Voor auto¬sla¬lom-op-ni¬veau heb je name¬lijk boter¬zachte 'slicks' nodig die, zeker onder rela¬tief zware auto's, aardig snel plegen te slij¬ten. Er zijn ech¬ter ook rijders die jaren met één set doen en toch hard gaan.

Wie meedoet is winnaar
Wie een seizoen autoslalom beoefent, wordt 'op de gewone weg' in rijtech¬nisch opzicht een kei van een chauf¬feur. Ooit een antislip¬cursus gedaan? Autoslalom geeft hetzelfde gevoel van voldoening, maar dan vele malen erger. Want in een slaom leer je perfect omgaan met álles wat op straat mis zou kunnen gaan.
Het bewijs? In het ver¬leden is overvloedig bewezen, dat 'doorge¬stroomde' ex-slalommers zich in andere takken van autosport altijd prima kunnen redden. Autosla¬lom is dus óók een sportief getinte autorij¬school voor gevorder¬den! Wie mee¬doet is winnaar!

Wedstrijdkalender 2009
14 februari
8 maart
4 april
3 mei
6 juni
6 september
24 oktober
22 november (alleen voor leden)

Wil je ook gaan meedoen? Heel soms gaan wedstrijden niet door of komt er juist eentje bij. Bel of e-mail daarom vóóraf voor alle zeker¬heid even Henk Wagenaar Hummelinck (030-2710371 of info@auto¬woor¬den¬boek.nl) of Wil van Ziel (06-54352644 of wilvziel@wxs.nl).

HENK WAGENAAR HUMMELINCK

Laatst bewerkt door kaihard (20-03-2009 14:59:57)


Seize every moment...

Offline

Forum footer

© Copyright 2024. Powered by Qbixx | Webservices

smash